OPDRACHT 1
Vraag de taak rond computerconfiguratie aan de leraar. Vul de tabel aan. Geef daarna de taak af.
1. Computerconfiguratie
De computer/laptop waar jij momenteel aan werkt, noemen wij ook wel een computerconfiguratie.
Een computerconfiguratie werkt vlot door een samenwerking van hardware en software. Alles wat je van de computer vast kan nemen is hardware. Ook alle bekabeling valt onder de noemer hardware. Een synoniem voor hardware is apparatuur. Software zijn de programma’s en procedures die nodig zijn om een computersysteem of eender welk ander toestel te laten doen wat het moet doen (vb. Google Chrome, Windows, Office 365 …). Een televisietoestel is bijvoorbeeld hardware en het programma dat het toestel doet gehoorzamen aan drukken op de afstandsbediening is software. De DVD-speler en het DVD-schijfje zijn hardware. De muziek die op het schijfje staat is software. De computer en printer zijn hardware. Het tekstverwerkingsprogramma (vb. MS-Word) en het programma dat een tekst naar de printer stuurt, zijn software. Een synoniem voor software is programmatuur. Let op: Om software op een computer te laten werken, heb je steeds een besturingssysteem nodig. Dit stuurt als het ware de andere programma’s aan. Het bekendste voorbeeld van een besturingssysteem is Windows. Daarnaast heb je nog andere besturingssystemen zoals Mac OS, Linux, Android en iOS.
Onder de hardware van een computerconfiguratie vallen de systeemeenheid en de randapparaten. De “doos” waaraan je randapparaten (vb. toetsenbord, …) zijn aangesloten, noemen we de systeemeenheid. Het omvat dé belangrijkste onderdelen die ervoor zorgen dat je computer goed functioneert. Om de computer dingen te laten ‘doen’ of anders gezegd te ‘besturen’, hebben we randapparaten nodig (vb. muis, toetsenbord, printer). Bij het gebruik van een laptop worden de systeemeenheid en bepaalde randapparaten (vb. toetsenbord, mousepad) gecombineerd in één behuizing.
Computers kan je onderverdelen in enkele categorieën:
2. Gegevensverwerkend proces
Computerconfiguraties werken volgens een proces met 3 stappen: invoer, verwerking/tijdelijke opslag en uitvoer. Voor de invoer van informatie gebruik je randapparaten zoals het toetsenbord. Jij ‘bestuurt’ op deze manier de computer. Voor de verwerking van informatie is de systeemeenheid verantwoordelijk. De systeemeenheid verwerkt info die ze krijgt via invoerapparaten en slaat deze tijdelijk op. Daarna slaat ze deze op in een extern geheugen (vb. harde schijf) en/of brengt ze dit in een andere vorm over naar uitvoerapparatuur (vb. beeldscherm). Voor de uitvoer gebruik je randapparaten zoals het beeldscherm. Lees onderstaand voorbeeld grondig door en stel vragen aan de leerkracht indien je het niet begrijpt.
Vb. Je gaat naar een toestel om geld uit de muur te halen. Je voert je kaart in (= invoer). Het toestel leest de kaart uit en linkt dit aan jouw rekening (= verwerking) en dit zolang dat je kaart in het toestel zit (= tijdelijke opslag). Je maakt je keuze om geld af te halen door op het scherm te drukken (= invoer). Het toestel verwerkt je keuze (= verwerking). Een onderdeel van het toestel haalt het nodige geld af en plaats het in het bakje (= uitvoer). Je krijgt je kaart terug (= uitvoer).
Vb. Je moet voor een opdarcht voor seminarie een tekst in MS-Word typen. Je hebt reeds een kladversie op papier voorbereid. Met behulp van het toetsenbord en de muis typ je de woorden op de juiste plaats (= invoer). De systeemeenheid verwerkt de informatie die jij invoert (= verwerking/opslag) en laat het resultaat zien op je beeldscherm (= uitvoer).
3. Capaciteit van geheugen
De systeemeenheid van een computerconfiguratie bevat enkele geheugens (vb. RAM-geheugen, extern geheugen, …). Deze geheugens dienen om bestanden (tijdelijk of permanent) op te slaan. Deze bestanden hebben een bepaalde grootte, uitgedrukt in een aantal ‘bytes’. Elk geheugen in de systeemeenheid heeft een ook bepaalde grootte, ook wel de capaciteit van het geheugen genoemd. Omdat de bestanden en de bijbehorende geheugens de laatste decennia steeds groter geworden zijn, dienen we de afgeleide eenheden te gebruiken (megabytes, gigabytes, terabytes).
OPDRACHT 2
Vraag de taak rond Windows 10 aan de leraar en maak deze. Bij bepaalde opdrachten dien je de leraar aan te spreken voor een controle. Klik hier om de achtergrond te downloaden.
4. Besturingssysteem Windows 10
Het meest gebruikte besturingssysteem op moderne desktops en laptops is Windows 10. Na de installatie of bij het eerste gebruik van je laptop/desktop, kan je heel wat instellingen aanpassen naar jouw persoonlijke voorkeur. Nadien kan je ook op elk moment nog bepaalde zaken aanpassen.
Je gaat naar het venster ‘Windows-instellingen’ door onderstaande stappen te doorlopen:
- Klik links onderaan op de ‘Start’-tegel (). Er opent zich een venster
- Klik daarna op de functie ‘Instellingen’ ().
Er zijn een groot aantal instellingen beschikbaar. In deze cursus zullen we ons focussen op drie categorieën, namelijk Persoonlijke instellingen, Tijd en taal en Bijwerken en beveiliging.
4.1 Persoonlijke instellingen
Via de categorie Persoonlijke instellingen kan je onderstaande zaken aanpassen:
- Achtergrond: Hier kan je kiezen voor een afbeelding, een effen kleur of diavoorstelling. Daarnaast kan je de wijze van vulling aanpassen.
- Kleuren: Dit onderdeel bevat instellingen voor de weergavemodus (licht of donker) en de kleurstelling van Start, de taakbalk, het actiecentrum, app-vensters, enz.
- Vergrendelingsscherm: Wanneer je je computer een tijdje niet gebruikt, dan wordt de gebruikersaccount vergrendeld. Hiervoor kan je een gewenste afbeelding of diavoorstelling kiezen. Daarnaast kan de schermbeveiliging ook in werking treden of gaat de computer over naar slaapstand. Hoe lang het duurt vooraleer dit in werking treedt, is aan te passen via de linken ‘instellingen voor schermbeveiliging’ en ‘Instellingen voor time-out van beeldscherm’. Om verder te kunnen werken zal je terug moeten aanmelden.
- Thema’s: Een thema is een verzameling kleuren waarmee je het uiterlijk van Windows naar je hand kan zetten. Ook geluiden en een Bureaubladachtergrond maken deel uit van het thema.
- Lettertypen: Hier krijg je een overzicht van de geïnstalleerde lettertypes te zien. Je krijgt ook de mogelijkheid om nieuwe lettertypes te installeren.
- Start: In dit gedeelte stel je in wat je te zien krijgt wanneer je links onderaan op de ‘Start’-tegel () klikt.
- Taakbalk: In dit gedeelte kan je heel wat instellingen aanpassen omtrent de Taakbalk.
4.2 Tijd en taal
Via de categorie Tijd en taal kan je onderstaande zaken aanpassen:
- Datum en tijd: Dit bevat instellingen voor de tijd, tijdzone en zomer-/wintertijd. Loopt de tijd één of meerdere uren uit de pas, controleer dan of de tijdzone correct is ingesteld. Standaard wordt de systeemklok wekelijks gesynchroniseerd met de actuele tijd, desgewenst kan dat ook handmatig met de knop ‘Nu synchroniseren’.
- Land/regio: Hier kan je je land en regio aanpassen. Deze info wordt door Windows en apps gebruikt om heel specifieke informatie aan te bieden.
- Taal: Hier kan je je Windows-voorkeurstaal (= taal die Windows gebruikt) en voorkeurstalen (= talen die worden gebruikt bij apps als de Windows-voorkeurstaal niet beschikbaar is).
4.3 Bijwerken en beveiliging
- Windows Update: Dit bevat de instellingen voor het updateproces van Windows en andere door Microsoft uitgegeven software. Updates zijn heel belangrijk voor een goede werking van jouw besturingssysteem. Waarom? Ze voegen nieuwe mogelijkheden toe en maken het systeem veiliger, stabieler en sneller. Dagelijks wordt dan ook op de achtergrond gecontroleerd of er nieuwe (beveiligings)updates beschikbaar zijn zodat deze direct geïnstalleerd kunnen worden.
Met de knop ‘Naar updates zoeken’ kan het zoeken naar updates ook handmatig worden uitgevoerd.
Bij de installatie van updates moet de computer nogal eens opnieuw worden opgestart. Vind je dat hinderlijk, plan het onderhoud dan op een tijdstip waarop de computer doorgaans niet wordt gebruikt. Via de optie ‘Gebruikstijden wijzigen’ is aan te geven wat de gangbare werktijden zijn, het ingestelde tijdsframe (van maximaal 18 uur) loopt standaard van 8 uur ‘s ochtends tot 5 uur ’s middags. Gebruik je je computer op onregelmatige tijden, activeer dan de optie ‘Gebruikstijden automatisch aanpassen’ voor dit apparaat op basis van activiteit.
Zorgt het installeren van updates voor problemen, gebruik dan de optie Updates 7 dagen onderbreken.
Een overzicht van al de geïnstalleerde updates kan je bekijken via de optie Geschiedenis van updates weergeven.
- Windows-beveiliging: De beveiligingstool Windows-beveiliging is het ingebouwde beveiligingspakket van Windows. Het bevat zeven onderdelen: Virus- en bedreigingsbeveiliging, Accountbeveiliging, Firewall- en netwerkbeveiliging, App- en browserbeheer, Apparaatbeveiliging, Apparaatprestaties en -status en Gezinsopties. Wordt bij een van de onderdelen een uitroepteken weergegeven dan is het verstandig dit te onderzoeken.
5. Bronnen
- https://www.schoonepc.nl/windows10/windows_10_instellingen.html