Basishandelingen

1. Werkomgeving

2. Enkele belangrijke instellingen

In een document zijn niet alle tekens standaard leesbaar. Denk bijvoorbeeld aan spaties, tabs, enters, enz. Je kan deze onzichtbare tekens wel zichtbaar maken door in de tabblad ‘Start’, bij groep ‘Alinea’ op de pictogram ‘Alles weergeven’ te klikken. In het begin kan het nogal vreemd ogen op jouw document, maar hoe meer je hier mee werkt, hoe gemakkelijker het zal worden.

3. Marges

MS Word voorziet witruimtes of marges rondom jouw tekst. Dit is vergelijkbaar als bij het schrijven van een tekst. Standaard staan de marges rondom normaal gezien op 2,5 cm. Wij zullen voor deze cursus echter rekening houden met de NBN-normen, een document waarin vastgelegd is hoe een tekst er dient uit te zien. Deze normen stellen dat de marges rondom op 2 centimeter moeten worden ingesteld.

Je stelt de marges als volgt in:

    • Maak je liniaal (meetlat) in MS Word zichtbaar door via het tabblad ‘Beeld’ de optie ‘Liniaal’ aan te vinken. De grijze zones in je liniaal geven de marges weer. De witte zone in je liniaal geeft de ruimte weer waar de tekst kan worden geplaatst.
  •  
    • Selecteer het tabblad ‘Indeling’ en ga naar de groep ‘Pagina-instelling’.
  •  
    • Klik op ‘Marges’ en selecteer ‘Aangepaste marges’.
  •  
    • Plaats de marges boven, onder, links en rechts op 2 centimeter.

 

4. Tekenopmaak

In MS Word kan je snel de opmaak (= uitzicht) van een tekst aanpassen. Hierbij gaat het over het lettertype, de tekengrootte, tekstkleur en tekststijl, … Nadat je tekst hebt geselecteerd, kan je via het tabblad ‘Start’ kan je in de groep ‘Lettertype’ allerhande aanpassingen doorvoeren.

Wanneer je in de groep ‘Lettertype’ rechtsonderaan klikt op opent onderstaand dialoogvenster waar je alle aanpassingsmogelijkheden beschikbaar zijn op een overzichtelijke manier.

Handige tip: Wanneer je verschillende stukken tekst tegelijkertijd dezelfde opmaak wenst te geven, dan moet je deze ook eerst selecteren. Dit doe je als volgt:

    • Selecteer een eerste stuk tekst dat je wenst op te maken.
    • Druk op de control-toets en selecteer de andere tekstdelen die je dezelfde opmaak wenst te geven. Je merkt dat je nu in staat bent op meerdere tekstdelen te selecteren.

OPDRACHT 1

    • Download het document ‘Basishandelingen’ en bewaar het in jouw OneDrive mapje.
    • Open het document.
    • Zorg ervoor dat alle tekens leesbaar zijn.
    • Stel de marges van het document in volgens de NBN-normen (2 cm boven / onder / links /rechts).
    • Geef onderstaande zinnen de juiste opmaak.

Nieuw op Netflix: deze topfilms- en series verschijnen de komende weken

    • Lettertype: Arial
    • Lettergrootte: 20 pt
    • Letterkleur: standaardkleur ‘Groen’
    • Maak de tekst vet
    • Hoofdletters
    • Tekstmarkering: ‘Grijs -25%’

Ratatouille – Animatietopper van Disney

Bird Box – spannende thriller met Sandra Bullock

Disney’s The Lone Ranger – Johnny Depp als Indiaan

You – Groots aangekondigde thrillerreeks van de makers van Riverdale

    • Lettertype: Arial
    • Lettergrootte: 12 pt
    • Letterkleur: standaardkleur ‘licht groen’
    • Maak de tekst vet en cursief

In deze feestmaand blijft Netflix maar met nieuwe titels uitpakken. Deze toptitels versterken de komende weken het aanbod. 

    • Vet en onderlijnd

Door bovenstaande stappen te doorlopen, zal je document er als volgt uitzien:

    • Sla je document op in je gedeeld OneDrive mapje onder de volgende naam: ‘Basishandelingen voornaam familienaam’.

 

5. Alinea-opmaak

Naast de opmaak van tekens (letters, cijfers, …), kan je ook de regels en alinea’s opmaken.

Een regel is een volledige lijn met woorden. Op het einde van de regel zal jouw cursor automatisch naar de volgende lijn gaan.  Een alinea bestaat uit één of meerdere regels en eindigt met een alineamarkering ( ). De inhoud van één alinea hoort bij elkaar te horen.

Wanneer je op de enter-toets drukt, dan verschijnt er een alineamarkering () en dan wordt er op de volgende regel een nieuwe alinea gestart. Wil je graag een nieuwe regel starten, maar geen nieuwe alinea, dan druk je op shift + enter. Er verschijnt een -pictogram bij de markeringen.

Er zijn heel wat opties mogelijk omtrent de opmaak van alinea’s. Je werkt hiervoor het best met behulp van het dialoogvenster alinea. Je vindt dit terug bij tabblad ‘Start’, groep ‘Alinea’. Je klikt rechtsonderaan door op . Onderstaand dialoogvenster verschijnt. Het bevat drie grote onderdelen.

5.1 Uitlijning

Je kan alinea’s op vier mogelijke manieren uitlijnen:

    • Links (): De alinea wordt links tegen de marge geplaatst.
    • Rechts (): De alinea wordt rechts tegen de marge geplaatst.
    • Centeren (): De alinea wordt in het midden van de bladspiegel geplaatst.
    • Uitvullen (): De woorden van de regels worden verdeeld over de ruimte, zodat er een mooie rechte lijn aan de linker- en rechtermarge ontstaat.

Je lijnt een alinea als volgt uit:

    • Selecteer een alinea of plaats je cursor in de alinea waarvan je de uitlijning wenst aan te passen.
    • Selecteer de juiste uitlijning in het tabblad ‘Start’, groep ‘Alinea’ OF selecteer een uitlijning in het dialoogvenster.

5.2 Inspringing

Je kan alinea’s laten inspringen (= verplaatsen) ten opzichte van de marge. Belangrijk is dat je cursor in de alinea geplaatst is die je wenst te laten inspringen of dat je tekst hebt geselecteerd! Werkwijze :

    • Links inspringen: Je wenst een alinea naar rechts te verplaatsen ten opzichte van de linkermarge.
    • Rechts inspringen: Je wenst een alinea naar links te verplaatsen ten opzichte van rechtermarge.
    • Speciaal inspringen
      • Eerste regel: Je wenst de eerste regel van een alinea links te laten inspringen. Het aantal centimeter dat je wenst in te springen stel je in in het vak ‘Met’. Deze aanpassing zal geen effect hebben op de andere regels van je alinea.
      • Verkeerd-om: Je wenst alle regels van een alinea, behalve de eerste regel, links te laten inspringen. Het aantal centimeter dat je wenst in te springen stel in in het vak ‘Met’. Deze aanpassing zal geen effect hebben op de eerste regel van je alinea.

Tip: Je kan de inspringing controleren in het liniaal!

5.3 Afstand

Een tekst wordt goed leesbaar als er voldoende witruimte is tussen de regels en alinea’s.

Belangrijk is dat je cursor in de alinea geplaatst is waarvan je de afstand wenst aan te passen of dat je tekst hebt geselecteerd! Er dient een onderscheid gemaakt te worden:

    • Alinea afstand: de afstand of witruimte tussen alinea’s. Je stelt dit in met de opties ‘Voor’ en ‘Na’.
    • Regelafstand: de afstand of witruimte van tussen de regels binnen een alinea. Er zijn diverse mogelijkheden beschikbaar (enkel, dubbel, …). Wens je zelf een waarde in te geven, dan selecteer je de optie ‘Meerdere’ en geef je zelf een waar in het veld ‘Op’.

OPDRACHT 2

    • Open jouw oefening ‘Basishandelingen voornaam familienaam’ uit je OneDrive mapje.
    • Selecteer alle tekst in het document en stel de alinea afstand in op 6pt voor en 6 pt na.
    • Centreer de titel van het document (nieuw op Netflix…). Plaats alle andere tekst op ‘Uitvullen’.
    • Stel een regelafstand in voor de titel (nieuw op Netflix…) van 2
    • Stel een regelafstand in voor de filmtitels (Ratatouille, Bird box, The lone ranger, You, …) van 1,5 pt. Tip: Werk met de control-toets om alle titels in één keer te selecteren.
    • Laat de 2de alinea links 2 cm inspringen (Remy, een rat … de kok Auguste Gusteau).
    • Laat de 3de alinea rechts 2 cm inspringen (Wanneer een mysterieuze … geblinddoekd afleggen).
    • Laat de 4de alinea links én rechts inspringen met 1 cm (Dan Reid … kan ontsnappen). Daarnaast laat je de eerste regel van de 4de alinea links extra inspringen met 2 cm.
    • Laat de eerste regel van 5de alinea staan aan de linkermarge en de rest van de alinea laat je links met 2 cm

Door bovenstaande stappen te doorlopen, zal je document er als volgt uitzien:

    • Bewaar je document op OneDrive onder dezelfde naam en op dezelfde plaats.

 

6. Opmaak kopiëren / plakken / wissen

Wens je de opmaak (= het uitzicht) van een stuk tekst te kopiëren naar een ander stuk tekst? Wens je de opmaak van een stuk tekst te wissen? Dan kan je dit makkelijk doen door onderstaande stappen te doorlopen:

    • Opmaak kopiëren / plakken
      • Selecteer de tekst waarvan je de tekst wenst te kopiëren.
      • Klik in het tabblad ‘Start’, groep ‘Klembord’ op de optie ‘Opmaak kopiëren/plakken’ ( ).
      • Selecteer de tekst waar je de opmaak wenst te plakken. Dit wordt nu automatisch doorgevoerd.
    • Opmaak wissen
      • Selecteer de tekst waarvan je de tekst wenst te wissen.
      • Klik in het tabblad ‘Start’, groep ‘Lettertype’ op de optie ‘Alle opmaak wissen’ ().

7. Zoeken en vervangen

Wanneer je een tekst schrijft, kan het zijn dat je bijvoorbeeld een woord verkeerd hebt geschreven of een afkorting wilt vervangen door een woord. Er bestaat de mogelijkheid om dit door Word automatisch te laten vervangen i.p.v. heel je tekst opnieuw te moeten lezen en de verandering handmatig te moeten doen.

Werkwijze:

    • tabblad Start
    • selecteer Vervangen in de rubriek 
    • zoeken naar: vul het woord in dat je wil aanpassen
    • vervangen door: vul het woord in waardoor je het wilt vervangen
    • kies vervangenof alles vervangen.

Let op! Bij alles vervangen kan het zijn dat er ook zaken worden vervangen die helemaal niet vervangen hoeven te worden.

8. Spelling- en grammaticacontrole

In een tekst glippen altijd wel enkele typfouten. Wanneer je klaar bent met een document ben je best van steeds jouw fouten na te kijken. Je kan gemakkelijk fouten herkennen wanneer je woorden rood of blauw onderlijnd worden. Wanneer een woord rood onderlijnd is, betekent het dat er een schrijffout is in jouw woord (of dat het programma jouw woord niet herkent). Wanneer een woord blauw onderlijnd is, dan geeft het programma aan dat er mogelijks een grammaticafout in je tekst aanwezig is (vb. ‘het’ i.p.v. ‘de’). Let wel op dat Word de woorden/ zinnen onderstreept wanneer hij woorden niet herkent. Het kan zijn dat er toch geen fout is. Dit gebeurt vaak bij namen.

Je kan alle fouten manueel aanpassen, maar er bestaat ook een ingebouwde spelling en grammaticacontrole.

Werkwijze:

    • ga naar het tabblad Controleren
    • Groep Controle
    • kies Spelling en grammaticacontrole / Document controleren
    • Bekijk alle resultaten

Word zal automatisch de woorden laten zien waar hij van denkt dat die fout zijn. Je kan dan kiezen om het woord te vervangen door één van de voorgestelde of het woord te negeren. Ook kan je de woorden die het programma niet herkent toevoegen aan de woordenlijst.

OPDRACHT 3

    • Open jouw oefening ‘Basishandelingen voornaam familienaam’ uit je Onedrive mapje.
    • Wis de opmaak van de zin onder de titel.

    • Zoek naar het woord netflix en vervang deze door Netflix.
    • Voer een spelling- en grammaticacontrole uit en pas aan waar nodig.
  •  
  • Door bovenstaande stappen te doorlopen, zal je document er als volgt uitzien:
    • Sla je document op in OneDrive onder dezelfde naam en plaats.

 

9. Kop- en voettekst

Kop- en voetteksten zijn stukjes tekst die zich in de boven- of ondermarge van je document bevinden. We gebruiken ze om een paginanummering of een titel van het document toe te voegen. Een kop- of voettekst staat standaard op elke pagina maar dit kan je ook wijzigen.

9.1 Kop- en voettekst toevoegen

Werkwijze:

    • Dubbelklik op de kop- of voettekst.
    • Voeg tekst toe. Je kan makkelijk tekst links, in het midden of rechts toevoegen door de tabtoets (toets met 2 pijltjes) te gebruiken.
    • Gebruik de ESC-toets om uit modus voor kop- of voettekst te gaan.

9.2 Paginanummering

Werkwijze:

    • Klik in het lint op het tabblad 
    • Klik in de rubriek Koptekst en voettekst op de knop Paginanummer.
    • Kies de plaats waar je het paginanummer wenst te plaatsen (dit is een automatisch veld).

9.3 Positie kop- en voettekst

Werkwijze:

    • dubbelklik op de kop- of voettekst
    • klik in het lint op het tabblad Ontwerpen
    • in de rubriek Positie pas je de afstand aan.

9.4 Een kop- of voettekst verwijderen

Werkwijze:

    • Klik in het lint op het tabblad 
    • Klik in de rubriek Koptekst en voettekst op de knop Koptekst of Voettekst.
    • Kies in de vervolgkeuzelijst voor Koptekst verwijderen of Voettekst verwijderen.

OPDRACHT 4

    • Open jouw oefening ‘Basishandelingen voornaam familienaam’ uit je OneDrive mapje.
    • Voeg een paginanummer toe in de rechterbovenhoek.
    • Plaats in de voettekst links jouw klas, in het centrum jouw voornaam en naam en rechts ‘Word’. Tip: gebruik de tabtoets om van links naar rechts te navigeren.
    • Pas de opmaak van kop- én voettekst als volgt aan: Calibri, 10pt
    • Plaats de koptekst op 1 cm vanaf boven. Plaats de voettekst op 1 cm vanaf onder.

Door bovenstaande stappen te doorlopen, zal het eindresultaat van jouw document het volgende zijn.

    • Sla je document op in Onedrive onder dezelfde naam en plaats.
  •  
    • Ga binnen Smartschool naar het vak ‘Informatica 3ASO/3STW 1920’. Dien je bestand in via de juiste Uploadzone (MS Word – basishandelingen)